– …
– Hallo Allal?
– Hallo.
– Spreek ik met Allal?
– Wie ben jij? Ik ken jou niet.
– Ja, ik ben Tim en heb je nummer van Vanja.
– Vanja Vanja, is hele goeie jongen, Vanja, hele goeie jongen, geen BTW.
– Bel ik gelegen?
– Gelegen? Goed, Pim.
– Tim. Ik bel over onze CV ketel.
– Heb jij storing?
– Nee, we willen een nieuwe ketel en…
– Dan neem jij Ha-Er.
– Ha-Er?
– Tuurlijk, is beter. Ha-Er, Ha-Er!
– Ha-Er… o, HR. Hoog Rendement. Nou wie weet. Maar kun je misschien langskomen, kunnen we het eens bespreken.
– Wim, ik druk, veel druk. Kan niet, Wim.
– Tim. Eh ja, dat is dan lastig. Wanneer zou het dan als eerste kunnen?
– Vanavond.
– Oh! Nou prima dan, lekker snel. Hoe laat kom je?
– Maakt niet uit, jullie zijn toch thuis.
– Nou ja, ik wilde het niet te laat maken.
– Ik kom na de eten, voor koffie, ja?
– OK, zullen we zeggen rond een uur of 8?
– Is goed, Pim.
– Tim.
– Ja is goed. Ik kom voor koffie. Dag hoor!
– Hé, wacht even, ben je er nog? Zal ik m’n adres even doorgeven?
– Ja?
– Tirol 80 in Lunetten.
– Ik ken daar ook 1 Senegalees. Hele goeie jongen, geen BTW. Ken jij hem?
– Ja, die woont aan het einde van de straat, maar goed vanavond dus…
– Hoe heet hij ook alweer?
– Maar goed vanavond dus. 8 uur.
– Uit Dakar.
– Ja, Tirol 80.
– Oja, Tiroltachtig… En welke nummer?
– …80.
– Aha, Tiroltachtig 80. Goed, dag Pim.
– Tim. Allal?
– …