Je zou het niet zeggen, maar ik ben een Bourgondiër. Schroef dit geraamte open en je vindt een dik mannetje met glanzende wangen, pretoogjes en een royale aardbeineus. En die gezellige dikkerd vindt dat hardlopen allemaal maar zozo.
Kijk, met het lopen op zich is niets mis. De geest is fris en het hart bonkt er jolig op los. En wat dacht je van high worden zonder kater? Twintig kilometer hardlopen, douchen en dan zo stoned als een garnaal op de bank zitten. Er is niets beters. Net als bij echt ‘high’ zijn, volgt al snel de vreetkick.
Mijn gezin noemt mij de vuilnisbak. Als mijn vrouw en kinderen met volle buikjes achterover zakken, schuif ik de borden en pannen naar me toe en nuttig alle restjes. Soms trapt mijn oudste zoon op mijn voet. Als mijn mond door de pijn openspringt, gooit hij snel het laatste hapje van zijn boterham naar binnen. Een beetje hardloper heeft altijd honger. En dat is goed, want eten is de essentie van leven.
Maar dan komt het. Als je de literatuur mag geloven, behoort mijn dag te beginnen met een gepofte mierikswortel en een linksdraaiende soyashake. De lunch bestaat uit een sesamopenuboterham met wat schilvers berenklauwkaas, afgetopt met een zongedroogde winterwortel. En ’s avonds een gestoomde uitloopkipfilet en een baal griesmeelspaghetti, op smaak gebracht met een theelepeltje – doe ‘ns gek – augurkzaadolie. Mocht ik tussendoor nog trek hebben, dan kauw ik op een stronk broccoli. En natuurlijk drink ik twaalf liter gedestilleerd water per dag.
Natuurlijk ben ik voor gezond eten. Maar het gaat mis, als je eten en drinken steevast voeding en hydrateren begint te noemen. Voeding, dat is voor de hond. De Cananefaten hebben toch niet voor niets vloekend liggen prutsen met hun vuursteentjes en gammele kleioventjes om nu rauwe bleekselderij te gaan zitten knagen. Of nog erger, een PowerBar. Wie wil er nou vrijwillig een tongzoen van een koe die per ongeluk een zak Fruittellas heeft ingeslikt?
Genoeg! De smulpaap in mij pikt het niet langer. Daarom, bij wijze van protest, het recept van mijn favoriete gerecht: Abbacchio alla Romana.
Loop 25 kilometer door het glooiende Toscaanse land in een rustig tempo, met een flinke accelerazione aan het eind. Warm de oven op en ga lekker douchen. Hak 1 kg lamsbout in mooie stukken en bak ze in een grote braadslee. Beetje sale, pepe, wat takjes rosmarino, verse salvia en drie teentjes aglio. Voeg succo di limone, een glas acqua en een halve fles Vernaccia uit San Gimignano toe. Vier patate in plakjes erdoor en dan een klein uurtje in de oven. Net genoeg tijd om met je partner de rest van de Vernaccia weg te werken, capito?