13 Januari 1985. In de woonkamer schikt mijn broer stoelen in een verjaardagskring. Mijn ouders beloven plechtig tot 24.00 uur boven te blijven. En niet zoals vorige keer met een slaperig gezicht om het hoekje komen kijken of we het leuk hebben. Wat een afgang. We durfden de volgende dag niet naar school.

Niet mijn probleem, vandaag niet. Vandaag draait de aarde niet om de zon maar om Nancy. Haar tot haar middel, reebruine ogen, bijna geen puistjes. Alle liedjes van de Avondspits gaan over Nancy en mij. Vraag niet hoe het is gekomen maar we gaan naar de film.

Een man, een vrouw, groot gevaar en kranig optreden. En gelukkig ook met een welverdiende zoen aan het einde. De beelden dansen voor mijn netvlies maar ik kan de film niet volgen. Ik voel haar warmte, hoor haar adem. Sla je arm om haar heen! In mijn hoofd dreunen strenge bevelen maar mijn lichaam weigert dienst.

Na de film gaan we langs mijn broers feest waar tien jongens in het donker astronomische hoeveelheden cola achteroverslaan. We ploffen op de bank. Tot mijn verbazing zit ineens mijn arm om haar schouders. Gaaf. Ik moet echt onwijs plassen maar blijf roerloos zitten.

Anderhalf uur lang. Dan moet ze naar huis. Op de fiets schieten zoen-scenario’s door mijn hoofd, van innemende woorden fluisteren tot buitenaardse wezens die ons dwingen. Zweet rolt kwellend over mijn rug. Gelukkig mag ik nog even binnenkomen. Moeder toont de letterbak. Vader kijkt me aan. En dat kan hij goed, zeg.

Het afscheid. Ik ga direct op mijn fiets zitten. Lekker handig, zak. Maar opeens voel ik haar lippen op de mijne. Ze kust me! Ik beweeg geen spier, ook niet die van mijn lippen. De dood mag nu intreden. Maar het is alweer voorbij. Ik verzamel alle moed en beantwoord haar kus met een exacte kopie. Heerlijk. Dan race ik weg. Een bliksemschicht door de nacht.

Klap! Met een schok kom ik tot stilstand. Ik ben een zandbak ingereden. Een wipkip kijkt me guitig aan. En dan begin ik onbedaarlijk te lachen.

Twee kusjes. Meer zijn het nooit geworden. Ik wist niet hoe. In 1987 haalde ik mijn examen en nu is het 2007. Ik heb een vrouw, een kind. En het is heerlijk in de zandbak.